Wat als ik loslaat?
Jaren terug, op een doodgewone dag viel er iets samen in mij. Ik begreep ineens hoe alle plaatjes die ik van het leven (en mezelf) had me verstikten en vasthielden in een fuik. Ik schreef er onderstaande over:
Ik laat je los.
Alle illusies, wensen en hoopvolle plaatjes.
Ik laat je los.
Alle gedachtes dat ik anders, meer, beter moet zijn.
Ik laat je los.
Alle beelden van mezelf als moeder, daarmee een identiteit zoekend van iemand belangrijks.
Ik laat je los.
Mijn opdracht dat ik iemand moet zijn die iets nalaat, een belangrijke taak vervuld heeft in dit leven.
Ik laat je los.
Het concept van een gezin.
Een warm nest waarop ik altijd terug kan vallen, me helemaal gezien voel en begrepen.
Ik laat je los.
Het gezin dat ik zelf had willen vormen, willen zijn.
Om te passen in deze samenleving.
Mee te doen en mee te tellen.
Ik laat je los.
De verwachting dat ik altijd in balans, gezellig en leuk moet zijn.
Of me goed moet voelen.
Want ik heb het toch goed?
Ik laat je los.
Want het vasthouden kost me teveel.
Het put me uit en stagneert mijn stroom.
De stroom waarop ik hoor te zitten.
De stroom waarop ik in een flow kom en tot veel meer in staat.
De flow van ontdekken, voelen, creëren, verbinden en me heel voelen.
En ook al lukt het me nog niet, het loslaten.
Ik weet dat dit mijn taak gaat zijn.
Mijn roeping.
Ik heb ‘gekozen’ voor een leven vol ervaring en ontmoetingen.
Om van daaruit niet gehecht te raken, maar te durven loslaten.
En dan ontmoet ik pure schoonheid, onvoorwaardelijke liefde.
Omdat het niet vast zit aan een verwachting, invulling of gedachte.
Omdat het er dan ‘gewoon’ is.
Kan zijn.
Vrij.